Leef hoop uit!

Welkom bij 40 dagen hier&nu, een podcast van Verre Naasten, Lume, LPB Media en Kerkpunt.

Vandaag is het 20 maart en dag 31 van de Veertigdagentijd. We lezen verder in Jeremia 32, de verzen 24 en 25:

24 ‘De bestormingsdammen reiken al tot de stadsmuur, de stad staat op het punt te worden ingenomen. Ze valt in handen van de Chaldeeën, die haar belegeren. Het zwaard, de honger en de pest brengen haar ten val. Wat U hebt aangekondigd, ziet u nu zelf gebeuren. 25 Toch hebt U, HEER, mijn God, mij gezegd de akker te kopen en in aanwezigheid van getuigen te betalen. En dat terwijl de stad in handen van de Chaldeeën valt.’

Jor-El vertelt over wat hij meemaakte als jong predikant. Hoe hij zag dat zieke zusters en broeders hun hoop voorleefden in de gemeente, al waren ze doodziek.

In juli 2011 begon ik als voorganger van een kleine zendingskerk in het achterland van Suriname. Als jongeman van 28 jaar was toen geen enkele uitdaging te groot of te moeilijk. Maar toch was er één taak die ik het moeilijkst vond, en dat was sterfbedbegeleiding. Als voorganger leef je mee en deel je ook in het verdriet van de broeder of zuster die stervende is, vanwege een ongeneeslijke ziekte. Maar tegelijkertijd leef je mee in de hoop, die hoop op genezing. Zoals de bekende spreuk die zegt: “Als je gezond bent heb je duizend wensen, als je ziek bent heb je maar één wens.”

Er was eens een klein meisje van tien jaar in de kerk, toen nog even oud als mijn dochtertje. Bij haar werd een tumor ontdekt in de hersenen. Ik herinner mij dat dit meisje altijd straalde tijdens onze gesprekken samen. Een keer vertelde ze, met een glimlach op haar gezicht, “ik weet dat ik niet ziek blijf, maar dat de Here Jezus mij beter zal maken”. Twee weken later stierf ze.

Ik herinner mij ook een geliefde broeder in de kerk, die langer dan vijftien jaar dialyseerde vanwege een nierziekte en ook nog andere gezondheidsproblemen had. Maar wat er ook gebeurde, ziekenhuis in en ziekenhuis uit, zijn geloof in God was onwankelbaar. Elke zondag zong hij met volle borst mee en danste vrolijk op zijn krukken. Zijn vast geloof en hoop heeft mij altijd gesterkt en bemoedigd. Niet zo zeer hoop op genezing, maar hoop dat zijn lichaam een keer verlost zal zijn van dit lijden. Hoop dat hij een keer bij God zelf zal zijn. Het maakte niet uit wat hij lichamelijk meemaakte, in zijn geest was hij altijd sterk en bemoedigde juist de mensen om zich heen.

Tijdens corona was het zijn tijd om te gaan. Onbevreesd en vast in zijn geloof ging hij zijn Maker tegemoet. Te midden van zijn lijden, in de jaren van zijn ziekte, bleef hij in vreugde hopen op de goedheid van zijn God. Hij leefde die hoop uit, een tastbare en levende hoop, die zijn eigen situatie van ziekte en ellende oversteeg.  

Ondanks dat Jeruzalem op het punt stond veroverd en platgebrand te worden, moest Jeremia een investering doen door daar een stuk grond te kopen. De profeet begreep er niets van. In een andere vertaling vraagt Jeremia, “Maar waarom? Want U heeft de stad in de macht van de Babyloniërs gegeven!” Maar God beloofde dat er weer een tijd zou komen dat huizen, akkers en wijngaarden weer in bezit zouden worden genomen. Het volk moest dus vast blijven houden aan die hoop, de hoop dat zij eens terug zouden keren, de hoop dat het niet voor altijd ellendig zal zijn.

Zitten wij soms ook niet met duizend vragen? Met zoveel ellende in de wereld. Net zoals Jeremia begrijpen wij veel niet, maar God zegt, blijf hopen want het komt goed. Die ellende is er maar even, en zelfs in die ellende zal Jezus ons met Zijn liefde dragen. Met de woorden van dit lied wil ik u deze dag bemoedigen:

In de nacht van strijd en zorgen
Kijken wij naar U omhoog
Biddend om een nieuwe morgen
Om een toekomst vol van hoop
Ook al zijn er duizend vragen
Al begrijpen wij U niet
U blijft ons met liefde dragen
U die alles overziet