In de wachtkamer?

Welkom bij 40 dagen hier&nu, een podcast van Verre Naasten, Lume, LPB Media en Kerkpunt.

Vandaag is het dinsdag 12 maart, dag 24 van de 40-dagentijd. Jeremia 29 zet Hagar aan het denken over de vraag: ‘Hoe gebruik jij de tijd die je op aarde bent? Ze vindt inspiratie in Lucas 9 vers 10 t/m 16, de tekst van vandaag, over het wonder van de vijf broden en twee vissen.

Toen de apostelen terugkeerden, vertelden ze Jezus alles wat ze gedaan hadden. Hij trok zich met hen terug in de stad Betsaïda. 11Maar de mensen kwamen het te weten en volgden Hem. Hij ontving hen vriendelijk en sprak tot hen over het koninkrijk van God, en degenen die genezing nodig hadden maakte Hij weer gezond. 12Toen de dag ten einde liep, kwamen de twaalf naar Hem toe en zeiden: ‘Stuur de mensen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om daar te overnachten en op zoek te gaan naar eten, want dit is een afgelegen plaats.’ 13Maar Hij zei tegen hen: ‘Geven jullie hun te eten.’ Ze zeiden: ‘We hebben maar vijf broden en twee vissen. Moeten wij dan eten gaan kopen voor al die mensen?’ 14Er waren ongeveer vijfduizend mensen bijeen. Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Zeg dat ze in groepen van ongeveer vijftig bij elkaar moeten gaan zitten.’ 15Ze deden wat Jezus hun opdroeg en lieten iedereen in groepen bij elkaar zitten. 16Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en sprak er het zegengebed over uit. Daarna brak Hij het brood en gaf het met de vissen aan zijn leerlingen om aan de menigte uit te delen. 17De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol.

Hoe gebruik je de tijd die jij op aarde bent? Aan die vraag moest ik denken bij de tekst die deze week centraal staat; Jeremia 29. Het volk is inmiddels in ballingschap weggevoerd. Tegen hun zin in verblijft het volk nu tijdelijk in Babel. En dan geeft God hen, via Jeremia, een verrassende opdracht; ‘Ga huizen bouwen, leg tuinen aan, sticht een gezin.’ Zou jij er zin in hebben? Op een plek waarvan je weet dat het nooit je thuis zal worden? En toch is dat precies wat God vraagt: zet je in, maak jezelf nuttig, blijf niet op je handen zitten! En de reden wordt duidelijk in vers 7: ‘… zet je in voor haar voorspoed en vrede, want de voorspoed van de stad is ook jullie voorspoed.’ In deze woorden van Jeremia echoën voor mij al de woorden die Jezus later zelf spreekt in Mattëus 5: ‘Jullie zijn het zout van de aarde, het licht voor de wereld’. Letterlijk zegt Jezus in vers 16 van datzelfde hoofdstuk: ‘Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’. De oproep is duidelijk; neem je plek in en laat jezelf zien, zodat Ik, God, door jou heen zichtbaar wordt en anderen Mij leren kennen. Mijn licht, liefde, vrede, redding en voorspoed!

Die oproep van God geldt niet alleen voor het volk van Israël, maar ook voor jou en mij. Onze tijd op aarde is niet bedoeld om, al wachtend, onze plek in de wachtkamer naar de hemel bezet te houden, maar om God zichtbaar te maken. Om mee te werken aan Zijn reddingsplan voor de wereld. Hoe? Door ons te laten inschakelen door Hem. Hoe dat er in de praktijk uitziet? Laat je vandaag eens inspireren door het verhaal van de vijf broden en twee vissen uit Lucas 9, vers 10-16. Jezus ziet de nood van alle mensen. Natuurlijk had Hij die nood direct zelf kunnen oplossen, maar dat doet Hij niet. Hij kiest er bewust voor om Zijn leerlingen in te schakelen. En vergis je niet: dat waren geen perfecte gelovigen, maar mensen zoals jij en ik, met een verleden. Mensen die met vallen en opstaan Jezus probeerden te volgen. Juist hen geeft Hij de opdracht: geven jullie de mensen maar te eten! Ze schrikken ervan, ‘maar Heer dat kunnen wij toch niet!’ Hun reactie schrikt Jezus niet af. Hij had het alsnog brood uit de hemel kunnen laten regenen, net als in de woestijn, maar dat doet Hij niet. Jezus passeert Zijn leerlingen niet, maar betrekt hen juist bij Zijn taak door te vragen: wat hebben jullie wél? Hoeveel broden, hoeveel vissen? En dan komen ze terug met vijf broden en twee vissen en die leggen ze neer bij Jezus. Menselijk gezien nooit genoeg, maar Jezus vindt het goed: Hij gebruikt datgene wat zij wél hebben! Jezus neemt het brood en de vis en Hij dankt God ervoor. Daarna breekt Hij de broden en geeft het eten terug aan de leerlingen. En de leerlingen… die mogen uitdelen! Zij worden uitdelers van het wonder. De handen van God…

Jij en ik mogen ook die handen van God zijn; uitdelers van Gods liefde, redding en genade. Op de plek waar Hij ons plaatst met wat Hij ons geeft. Hoe kunnen jouw handen vandaag de handen van God zijn?