maandag 21 april | Lucas 24: 13-16

Diezelfde dag, de dag van de opstanding, lopen twee leerlingen van Jezus samen naar huis. Vol van alles wat ze afgelopen dagen hebben beleefd. Somber, terneergeslagen en in verwarring.
Hun gedachten namen hen zo in beslag dat ze die mede-wandelaar niet herkenden.
Kunnen wij ook zo in beslag genomen worden door de dingen die in de wereld om ons heen gebeuren dat we het zicht op Jezus kwijt raken?

Eerste zondag van Pasen 20 april | Johannes 20: 1a, 16-17        

De eerste dag van een nieuwe week, het was nog donker en de laatste nachtelijke duisternis lag over de graftuin. Maria was al uit de veren. Ze was gekomen om de laatste eer te bewijzen aan haar Heer, door zijn lichaam te verzorgen.

Maar… Hij was er niet meer? Een leeg graf! Hoe dan?!
“MARIA!” Die bekende stem riep haar weer tot leven!
“MEESTER!”
Zoals Jezus haar destijds uit haar doodse leven had bevrijd, gebeurt het nu opnieuw. Een nieuw begin, een nieuwe morgen!

Stille zaterdag 19 april |Johannes 19: 38-42    

Hoe ontroerend: twee geheime vrienden van Jezus ontfermen zich over zijn gestorven lichaam. Josef van Arimatea en Nikodemus begraven samen hun Heer en Meester. Met mirre en in linnen gewikkeld. Een echo van Kerst: het Paaslam dat geslacht is, liggend in een crypte. Een nieuw graf, waar de dood nog niet eerder was geweest.

We zien hier het Lam van God, gestorven en begraven, omringd door de doden in de graftuin, die wachten op de jongste dag.

Goede Vrijdag 18 april | Jes. 53: 5; Joh. 19: 28-30    

Nu valt de nacht… Moet je kijken! In die drie uur van diepe duisternis is het alsof de Vader Zelf de ogen sluit voor de wangestalte die daar aan het kruis hangt. Gegeseld, bespuwt, vervloekt… Niet om aan te zien. Machteloos, krachteloos. Is dat míjn Koning?!
En tóch klinkt daar het verlossende Woord: het is volbracht! Door zijn striemen zijn wij genezen. Eeuwige vrede! Of, zoals in de geloofsbelijdenis van Nicéa verwoordt:

Hij is ook voor ons
gekruisigd onder Pontius Pilatus,
heeft geleden, is begraven

Witte Donderdag 17 april | Psalm 2    

Toorn (vs. 5)! Een oud woord, wat ons herinnert aan woede, boosheid en straf. In deze dagen zal de Vader zijn heilige toorn laten gaan. Maar: het is niet een blinde, allesvernietigende woede. De Gezalfde is – eerbiedig gezegd – Gods bliksemafleider.

‘Bewijs eer aan zijn zoon met een kus’ (vs. 12). Jezus ontving in de olijfgaard inderdaad een kus. Maar die kus van Judas was een daad van verraad. Wij mogen de Christus, de Zoon van de levende God, juist kussen en omhelzen, omdat we bij Hem veilig zijn. Ontzagwekkend!

woensdag 16 april | Johannes 12: 27    

Hoe kan het toch dat wanneer we oog in oog staan met de eindstreep, met het doel waarvoor we al die tijd geleefd hebben, de angst ons om het hart kan slaan? We horen hier een echo van de strijd in de hof van Getsemane: “Vader, laat dit ogenblik aan Mij voorbijgaan.”
Ook Jezus was bang. Doodsbang! Hij wist wat de dag van morgen Hem zou gaan brengen.

dinsdag 15 april | Johannes 12: 23-25    

Jezus’ leven op aarde komt tot een climax. Zijn majesteit zal aan het licht komen. Tenminste… voor wie het kan zien! Want laten we eerlijk zijn: het voorbeeld van een graankorrel die eerst in de grond begraven wordt voordat hij vruchtbaar is spreekt niet echt tot de verbeelding.
Door lijden tot heerlijkheid? Wie durft zijn leven los te laten, om het juist te kunnen redden?

maandag 14 april | Johannes 12: 19

De opwekking van Lazarus werkt door. Het wonder van zijn opstanding uit de dood is voor velen reden om die Jezus van Nazaret eens van dichtbij te gaan bezien.

De aandacht voor deze wonderdoener is ondertussen voor de farizeeën een doorn in het oog. Hun zicht op het Licht van de wereld wordt verduisterd door haat en jaloezie.

Palmzondag 13 april | Lucas 20: 9-19

Vandaag lezen we over de intocht van Jezus in Jeruzalem. Hoopvol, verwachtingsvol. Een historisch gebeuren, de vervulling van een profetie! Maar op dat moment zelf beseften de discipelen dat niet… Pas achteraf viel het kwartje. Net zoals bij ons soms pas na jaren de betekenis van gebeurtenissen kan landen.
We zijn onderweg naar Pasen. Voor de nieuwe morgen begint, valt nu eerst de nacht.

zaterdag 12 april | Filippenzen 3: 12-14

Even terug naar vorige week: waarom is Christus voor ons gestorven en opgestaan? Opdat wij niet langer voor onszelf zouden leven, maar voor Hem!
Paulus verwoordt hoe dat er op de pluk-de-dag-dag van vandaag uit ziet: ‘Niet dat ik al zover ben, mijn doel al heb bereikt, maar ik doe mijn uiterste best!’
Zegt hij hier dat ‘ik’ uiteindelijk toch weer zelf moet presteren?
Nee, maar wel dat we moeten handelen. Niet op eigen kracht maar in de hoop, de zekerheid, dat we kunnen grijpen ‘waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft’ (vs 12).
Leef recht dus op Hem af!