Vervulling: God werkt verrassend anders

Vandaag is het 8 april en dag 30 van de veertigdagentijd. De agenda van Nadia, verbonden aan Lume, is bomvol met afspraken en bezigheden. Tijd om Bijbel te lezen? Hmmm…, dat loopt toch mis… Wat is er aan de hand? De dagtekst is Jesaja 58:9-11.

Dan geeft de Heer antwoord als je roept:
Als je om hulp schreeuwt, zegt Hij: ‘Hier ben Ik.’
Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant,
de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij,
wanneer je de hongerigen schenkt
wat je zelf nodig hebt,
en de verdrukte gul onthaalt,
dan zal je licht in het donker schijnen,
je duisternis wordt als het licht van het middaguur.
De HEER zal je voortdurend leiden,
Hij zal je verkwikken in dorre streken,
Hij maakt je botten sterk en krachtig.
Je zult zijn als een goed bevloeide tuin,
als een bron waarvan het water nooit opdroogt.

Doordeweeks ben ik gezellig met collega’s op kantoor aan het werk en na werktijd race ik door naar hockeytraining. In het weekend spreek ik af met vriendinnen om samen te eten, want die wil ik natuurlijk blijven zien. Op zondag ga ik naar de kerk, en daarna ga ik bij vrienden of familie een koffietje doen.

En ergens tussendoor wil ik de Bijbel lezen. Ik begin vol goede moed aan een leesplan, maar na een paar dagen loopt het mis. Na een drukke dag plof ik op de bank. Ik zou nu mijn Bijbel kunnen pakken… Maar in plaats daarvan scroll ik doelloos door Instagram. Twintig minuten later voel ik me nog steeds moe — en mijn Bijbel ligt onaangeraakt naast me.

Soms voelt het alsof ik voortdurend moet geven, terwijl mijn eigen energievoorraad al op is.

Toch verlang ik naar meer diepgang, naar iets dat me écht vult in plaats van leegtrekt.

In Jesaja 58 lees ik deze prachtige woorden: “Je zult zijn als een goed bevloeide tuin, als een bron waarvan het water nooit opdroogt.”

Dat klinkt heerlijk, toch? Niet droog en moe, maar fris en levendig, alsof er een constante stroom van energie en vreugde door me heen gaat. Maar hoe werkt dat in een wereld waarin iedereen iets van mij lijkt te willen? Een wereld die me ook nog eens steeds laat weten en me aanspoort dat goed voor mezelf zorgen belangrijk is.

Gods koninkrijk werkt soms verrassend anders dan wij verwachten. Jesaja 58 laat zien dat echte verfrissing niet komt door mezelf af te sluiten en vast te houden wat ik heb, maar juist door te geven. Door op te letten waar een ander tekortkomt en daar iets van mezelf in te investeren: aandacht, tijd, zorg en liefde.

“Geef eten aan de mensen die honger hebben. Zorg voor de arme mensen. Dan zal in deze donkere tijd het licht weer voor jullie doorbreken. Jullie nacht zal veranderen in klaarlichte dag.” (Jesaja 58:10)

Het wonderlijke is dus: juist als ik investeer in anderen, mijn moeder bel of echt even luister naar het verhaal van een vriendin voel ik me niet leeg, maar juist vervuld.

God nodigt ons uit om te leven als een bron die nooit opdroogt. Niet omdat we dat uit onszelf kunnen, maar omdat Hij degene is die ons vult. Lees maar het elfde vers van Jesaja 58: “De HEER zal je voortdurend leiden, je verkwikken  in dorre streken, hij maakt je botten sterk en krachtig.”

Wat een belofte! Hij zegt niet: Doe je best en kijk maar hoe ver je komt. Nee, Hij belooft zelf de bron te zijn die ons steeds opnieuw verfrist.

Mijn agenda blijft voorlopig nog vol met allemaal leuke afspraken. Er zullen altijd dingen te doen zijn en momenten waarop ik moe op de bank plof en automatisch mijn telefoon erbij pak. Maar wat als ik me op die momenten herinner dat ik niet alles uit mezelf hoef te halen? Dat er een bron is die nooit opdroogt? In plaats van te denken: Eerst moet ik opladen, dán kan ik geven, mag ik het omdraaien. Juist door te geven — een lief berichtje sturen, een luisterend oor bieden, even tijd maken voor iemand — kan ik me meer vervuld voelen. Niet omdat ik zo goed bezig ben, maar omdat God mij vult.