Vandaag is het 15 maart en dag 10 van de Veertigdagentijd. Wouter, betrokken bij Verre Naasten, laat zien wat voor diepe vraag Jezus aan zijn discipelen stelt in Lucas 9.
Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Ze antwoorden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ Hij zei tegen hen: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden Messias.’ Hij gebood hen uitdrukkelijk dat tegen niemand te zeggen. Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen worden en gedood, maar op de derde dag zal Hij uit de dood worden opgewekt.’
We zijn nu een aantal dagen onderweg in deze veertigdagentijd. Je bent deze podcast gaan volgen. Je probeert geen overdenking te missen. Misschien zoek je ook nog andere manieren om in deze tijd bij God stil te staan, bijvoorbeeld vasten. Voor jou geen snoep of minder op je telefoon. Maar waarom doen we dit eigenlijk? Wat is het doel van de veertigdagentijd?
In Lucas 9 legt Jezus aan zijn leerlingen uit waarom Hij naar de aarde gekomen is. Dit gedeelte staat bekend als de eerste aankondiging van zijn lijden. Vanaf nu zal Jezus de twaalf leerlingen voorbereiden op wat komen gaat. Hij is gekomen om de weg te gaan, die niemand anders kan gaan. Om de gevolgen van onze zonden te dragen. Dit zal zijn bestemming zijn: sterven aan het kruis.
Nu proberen wij lijden zoveel mogelijk op afstand te houden. Als we op televisiebeelden van rampen, aanslagen of oorlogen zien, zappen we snel weg naar een ander Tv-programma. Natuurlijk weet je dat er lijden is. Misschien ken je het zelfs van dichtbij. Toch is het een kenmerk van onze cultuur dat we het lijden uit de weg gaan. Ik merk dat ook bij mezelf. Ik vind het confronterend als ik mensen zie die pijn of verdriet hebben. Ik ga er het liefst met een grote boog omheen. Dan hoef ik er verder niets mee.
Waar we helemaal moeite mee hebben, is dat een ánder voor jou lijdt. Laat staan dat iemand zijn leven voor jou geeft! Dan komt alles in ons in opstand. Iemand anders die in mijn plaats lijdt? Dacht het niet.
Ik begrijp daarom wel dat Petrus, één van Jezus’ leerlingen, niets kan met Jezus’ verhaal over lijden en sterven. Lucas noemt dat verder niet, maar uit de andere evangeliën weten we dat Petrus flink tegen Jezus tekeerging, toen hij dit hoorde. ‘Dat zal nooit gebeuren!’
Jezus maakt duidelijk dat er geen alternatieve route is. De enige weg naar Gods Koninkrijk loopt via Golgotha, de weg van het kruis. Dat is zijn levensmissie. En Hij vraagt aan zijn leerlingen of ze met Hem die weg willen gaan: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.’
Deze woorden worden vaak gelezen als een algemene regel voor discipelschap, voor het volgen van Jezus in je dagelijks leven. Leerling van Jezus zijn betekent dan: Hem de belangrijkste maken in je leven, en niet bang zijn voor de consequenties. Dat is natuurlijk waar. Jezus volgen vraagt echt iets van je. Hij wil dat je daar goed over nadenkt.
Maar laten we niet voorbijgaan aan het specifieke moment waarop Jezus dit zegt. Zoals ik zei: dit is de eerste aankondiging van het lijden. Vanaf nu gaat de wissel om. Het eindstation zal zijn: Jeruzalem. Jezus gaat doelbewust op weg om de zwaarste straf te ondergaan. Om zijn leven te geven voor velen.
Dit is zijn vraag aan zijn leerlingen: ‘Jullie zijn mij enthousiast gaan volgen, jullie hebben wonderen meegemaakt, het was fantastisch. Wil je me nu ook blijven volgen, als ik voor jullie deze weg ga?’
Die vraag stelt Jezus nog steeds, ook aan jou. De veertigdagentijd brengt ons uiteindelijk bij Golgotha: er is Iemand die voor jou stierf. Wat betekent dit voor jou? Durf je te aanvaarden dat dit nodig was? En blijf je Hem volgen op de weg naar het kruis?
Podcast: Play in new window | Download