Vandaag is het woensdag 12 maart en dag 7 van de Veertigdagentijd. We vieren ook Biddag: We staan stil bij onze afhankelijkheid van God. Biddag confronteert je met je eigen kwetsbaarheid, zegt Wouter van Verrenaasten. Je hebt Gods zegen keihard nodig!
We lezen Lucas 4:1-4: Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid waar Hij veertig dagen bleef en door de duivel op de proef gesteld werd. Al die tijd at Hij niets, en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. De duivel zei tegen Hem: “Als U de Zoon van God bent, beveel die steen dan om in een brood te veranderen.” Maar Jezus antwoordde: “De mens leeft niet van brood alleen.”
Biddag confronteert je met je eigen kwetsbaarheid. We denken vaak dat we heel wat zijn. Dat we ons leven onder controle hebben. Het omgekeerde is waar!
Als predikant vond ik de biddagdienst altijd hard werken. Je komt op een doordeweekse avond samen. Mensen hebben meestal een drukke dag gehad. Hebben zich moeten haasten om op tijd te zijn. Net een maaltijd achter de kiezen. Zodra de kerkdienst begint, beginnen ze te knikkebollen: de bekende after dinner dip. De een na de ander heeft moeite om wakker te blijven. Het valt niet mee om voor zo’n groep te spreken!
Wat het nog moeilijker maakt, is de boodschap van Biddag. Biddag confronteert je met je eigen kwetsbaarheid. Je denkt je eigen problemen te kunnen fixen. God niet nodig te hebben in het dagelijks leven. Schijn bedriegt: zonder God gaat het niet. Je hebt Zijn zegen keihard nodig! Maar hoe breng je zo’n boodschap over in een land waar de schappen in de supermarkten vol liggen?
‘De mens leeft niet van brood alleen,’ zegt Jezus in het Bijbelgedeelte van vandaag. Dit is een citaat uit het Bijbelboek Deuteronomium. Mozes houdt hier een soort laatste preek. Voordat hij zal sterven, wil hij de Israëlieten nog iets meegeven. Mozes herinnert het volk aan de tocht van veertig jaar die ze nu bijna achter de rug hebben. Hoe God ze bevrijdde uit de slavernij in Egypte. Hoe ze al snel begonnen te mopperen, omdat er in de woestijn zo weinig voedsel was. ‘Waren we maar in Egypte gebleven. Daar hadden we tenminste volop te eten!’ Toen had God voor een wonder gezorgd: manna uit de hemel. Zelfs in de woestijn kwamen ze niets tekort! God zorgde voor hen. Al die veertig jaar.
‘Zo maakte Hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt,’ is de les volgens Mozes (Deut. 8:3). God liet de Israëlieten eerst honger lijden, zodat ze zouden buigen voor Zijn macht. Zelfs voor hun dagelijks brood – manna uit de hemel – waren ze afhankelijk van Hem. En dat geldt dus voor alle dingen. Elke dag zijn we afhankelijk van Gods levensadem. Alleen als God zijn dagelijkse zegen geeft, is er leven. De hele kosmos wordt bijeengehouden door Zijn liefde! Als God zich een seconde zou verbergen, dan zou het al met ons gedaan zijn, zegt Psalm 104.
Het valt me op dat Jezus deze tekst uit Deuteronomium aanhaalt als Hij door de duivel op de proef wordt gesteld. Het is een truc van de duivel om ons te laten geloven dat we God niet nodig hebben voor de kleine dingen in het leven. Dat is dé manier om ons, heel geleidelijk, van God te vervreemden. Zo strooit de duivel ons zand in de ogen. Op een gegeven moment denk je zelfs dat je helemáál zonder Hem kunt! Levensgevaarlijk dus. Ook Mozes wijst op dit risico: ‘Straks brengt de HEER jullie in een land waar het jullie aan niets zal ontbreken. Wanneer jullie daar volop te eten hebben, zorg ervoor dat je God niet vergeet!’
Net als Jezus mag je het werk van de duivel ontmaskeren. Probeer eens te bedenken wat je vandaag van God gekregen hebt. Vanaf het moment dat je opstond vanmorgen. Al die kleine, gewone, alledaagse dingen: koffie, brood, een warme douche, WiFi, enzovoort. En… op welke manier laat jij je wijsmaken dat je zonder God zou kunnen?
Podcast: Play in new window | Download