St. Patricksday

Vandaag is het 17 maart en dag 11 van de Veertigdagentijd. Vandaag is het ook St. Patricksday. Ria, betrokken bij LPB Media, laat een mooie gelijkenis zien tussen St. Patrick en Mozes. Er is ook verschil: Mozes leefde voor Christus’ komst op aarde, St. Patrick erna…

Tijdens een indringend gesprek met God zegt Mozes in Exodus 33:15  ‘Als U niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken.’ In vers 17 lezen we Gods antwoord: De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik verzeker je dat ik zal doen wat je vraagt, want Ik ben je goedgezind en Ik heb je uitgekozen.’

Christus aan mijn rechterhand, Christus aan mijn linkerhand,
Christus als ik mij neerleg,
Christus als ik ga zitten,
Christus wanneer ik opsta.

Deze woorden komen uit een gebed van de heilige Patrick. Vandaag is het zijn sterfdag. In Ierland is dit een nationale feestdag die uitbundig wordt gevierd.

Patrick wordt rond het jaar 385 in een christelijk, Romeins gezin in Brittannië geboren. Als hij 16 jaar is, ontvoeren rovers hem naar Ierland. Daar moet hij als slaaf schapen hoeden. Het is een eenzaam bestaan, maar Patrick leert bidden. En hij leert God steeds inniger kennen. Op een nacht krijgt hij een droom. Iemand zegt: ‘Je mag naar huis. Je schip ligt al klaar.’ Na een lange reis over land en over zee komt hij eindelijk bij zijn ouders in Brittannië terecht.

Maar hij kan daar niet meer aarden. Hij krijgt visioenen waarin de Ieren hem toeroepen: ‘Kom terug en woon onder ons.’ Patrick gaat in Europa een theologische opleiding volgen en wordt na jaren van voorbereiding de eerste Romeinse zendeling in Ierland. Als hij 30 jaar later sterft, zijn de meeste Ieren christen geworden. Overal zijn eenvoudige kloosters ontstaan. Na Patricks dood ontdekken Ierse monniken een nieuwe roeping: Zij reizen naar de andere volken van Europa om daar Christus te verkondigen.

Patrick kon in zijn veelbewogen leven veel verdragen, zolang hij maar wist dat Christus heel dicht bij hem was. “Christus naast mij, voor mij en in mij, Christus onder mij en boven mij.”

Ook voor Mozes is Gods nabijheid een absolute noodzaak. Hij staat op het punt het volk Israël van de berg Horeb naar het beloofde land te leiden, maar God wil niet meer meegaan. Voor Mozes is dat een schrikbeeld: ‘Als U niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken.

God geeft gehoor aan deze smeekbede en zal toch meegaan met zijn volk.

Mozes doet een nog veel stoutmoediger verzoek: ‘Laat mij toch uw majesteit zien.’ Ook hierin bewilligt God. Mozes mag dichtbij komen staan. En dan zal hij God zien. Maar alleen van achteren, als in het voorbijgaan. ‘Mijn gezicht zul je niet kunnen zien’, zegt God, ‘want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.’

Er blijft afstand. Ook al is God ‘liefdevol en genadig, geduldig, trouw en waarachtig’. Ook al is Hij de God ‘die trouw blijft tot in het duizendste geslacht’. Hij is ook de God ‘die niet alles ongestraft laat, en voor de zonde van de ouders de kinderen en kleinkinderen ter verantwoording roept.’

Patrick heeft God nog dieper leren kennen door Christus, het lam dat de zonde der wereld wegneemt. Christus die zegt: Wie mij heeft gezien heeft de Vader gezien.

Ook Mozes heeft Christus ontmoet. Iets daarvan wordt beschreven in Lukas 9. Mozes en Elia zijn met Jezus op de berg. Ze spreken met Hem over zijn verlossingswerk. Over zijn heengaan, de weg die Hij in Jeruzalem zou voltooien. Alleen. Opdat wij nooit meer door Hem verlaten zouden worden.

Patrick sluit zijn gebed af met woorden die van Mozes zouden kunnen zijn:

Verlossing is van de Heer. Verlossing is van de Heer.
Verlossing is van Christus. Moge uw verlossing, O Heer, altijd met ons zijn.