Vandaag is het 31 maart en dag 23 van de veertigdagentijd. Soms lijkt de ondergang nabij, de ondergang van een mens, een volk, een cultuur, een wereld… Ria, betrokken bij LPB Media, vertelt over de slotverzen van 2 Kronieken 36, de verzen 14-23.
Culturen ontstaan, en komen tot bloei. Maar ze bloeien ook weer uit en gaan ten onder.
Opgaan, blinken en verzinken. In de laatste hoofdstukken van Kronieken beschrijft de auteur de ondergang van een cultuur. Je ziet het al lang van tevoren aankomen. Er zijn boodschappers die waarschuwen: Doe het anders, gooi het roer om! Maar het einde lijkt onafwendbaar. De politieke wil om te veranderen ontbreekt. Hier en daar zijn er mensen die God en zijn wetten willen hooghouden, die in de vreugde van de Heer hun kracht zoeken. Maar de samenleving als geheel dendert een andere kant op. Israël verzwakt zozeer dat de Babyloniërs het land zonder veel moeite innemen. We lezen vanaf vers 19:
“Ze staken de tempel van God in brand en haalden de stadsmuur van Jeruzalem neer. Ook alle paleizen werden in de as gelegd en alles van waarde werd vernietigd. De mensen die aan het zwaard ontkomen waren, werden als ballingen naar Babylonië meegevoerd, waar ze de koning en zijn nakomelingen als slaven dienden … totdat….”
Soms zijn het de kleine woorden die de meeste hoop bevatten: “Totdat alle niet in acht genomen sabbatsjaren vergoed waren”. Tussen de ondergang en dat “totdat” liggen wel 70 jaar. 70 jaren lang is er niets te beleven in Israël. Een mensenleven lang ligt het land braak.
Israël is weggevaagd. Maar het land blijft bestaan in het hart van God. Het is nooit uit zijn gedachten.
Gods volk verkeert in ballingschap … totdat het Babylonische rijk in handen valt van de Perzen.
En dan gaat God iets doen:
Hij zette de koning ertoe aan om in zijn hele koninkrijk mondeling en ook schriftelijk het volgende besluit bekend te laten maken:
‘Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEER, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in Juda. Laten al diegenen onder u die tot zijn volk behoren, zich verzekerd weten van de hulp van de HEER, hun God, en daarheen gaan.
God heeft nóg een plan met Israël. Eens zal een jonge vrouw met haar man de tempel bezoeken om haar heilig kind aan de Heer op te dragen. Eens zullen in Judea kinderen door een Joodse rabbi gezegend worden. Eens zal de Zoon van God in Jeruzalem sterven aan een kruis, tot heil van de wereld. Eens zal onze Heer Jezus Christus daar opstaan uit de dood. Eens zal het evangelie vanuit Jeruzalem over de hele wereld verkondigd worden.
Soms lijkt de ondergang nabij, de ondergang van een mens, een volk, een cultuur, een wereld. Maar laten we nooit te klein denken van het hart van God. Hij bewaart het goede. De toekomst is in zijn hand.
Podcast: Play in new window | Download