Vandaag is het 24 maart en dag 17 van de Veertigdagentijd. Derk Jan, verbonden aan Kerkpunt, leerde tijdens een moeilijke periode in zijn leven opnieuw wat het betekent dat God zich bekend maakt als Ik ben de HEER.
We lezen het begin van het bijbelgedeelte van vandaag, Exodus 6:2-5, het tweede en derde vers.
God zei tegen Mozes: ‘Ik ben de HEER. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam HEER heb ik niet aan hen bekend gemaakt.’
Een tijdje terug was ik met een collega in gesprek. We hadden het wel vaker over de pittige dingen die in mijn leven speelden en die morgen vroeg ze hoe het met me ging. Dus ik deelde met haar hoe ik me voelde en dat ik ’s nachts in het donker lag te malen en te piekeren. Ik was moe, voelde me wanhopig en al pratend verloor ik het gevecht tegen de tranen. Ze keek me indringend aan en vroeg toen: ‘Ben je pissig op God?… Want dat is oké hoor, als er iemand is die het kan hebben, is Hij het wel’.
Wat een bevrijdende vraag!
Ja, ik was pissig op God. Waar was Hij in dit alles? Waarom greep Hij niet in? We zaten al zo lang in deze situatie. Zag Hij dan niet hoe zwaar die is? Heb ik niet vaak genoeg of goed genoeg gebeden? We hebben zelf al van alles geprobeerd, wij weten het ook niet meer. Waarom grijpt Hij niet in?
Deze vragen zijn, net als lijden en verdriet, van alle tijden. De tekst van vandaag doet ons landen midden in een uitzichtloze situatie. Het volk Israël wordt met harde hand onderdrukt door de Egyptenaren. Hardhandig worden ze gedwongen tot zware slavenarbeid. De farao geeft zelfs opdracht om alle jongetjes direct na hun geboorte te vermoorden! Veel uitzichtlozer wordt het niet, en het volk jammert het uit naar God: waar bent U? Waarom grijpt U niet in? Ziet u onze ellende niet? Doe iets! Het duurt al zo lang!
We lezen dat God hun jammerklacht hoort. Vanuit een brandende braamstruik vertelt Hij Mozes dat Hij zijn volk gaat bevrijden. God grijpt eindelijk in! De opluchting is echter van korte duur. De misère blijkt verre van afgelopen, farao doet er nog een schepje bovenop. En dus komt bij Mozes het hoge woord eruit: ‘Waarom behandelt u dit volk zo slecht? U hebt hen helemaal niet bevrijd, integendeel!’
Mozes en het volk verwachten snelle resultaten. Dat is zo herkenbaar. Maar die krijgen ze niet. Opnieuw spreekt God uit dat Hij zijn volk zal bevrijden. Toch duurt het nog wel even voordat het zover is. En zelfs als het volk na jarenlange onderdrukking uit Egypte wegtrekt, is lang niet alles rozengeur en maneschijn.
God is bevrijdend aan het werk in deze wereld. Daarmee zijn lijden en verdriet, terugvallen en moeilijkheden niet ineens verleden tijd. Sterker nog, vaak werkt God daar doorheen. Maar Zijn naam is: Ik ben. Ik ben erbij. Ik ben bíj jou. Juist in tijden van pijn en verdriet. Het is deze naam waarmee Hij zich bekend maakt. De naam waar wij ons aan vast mogen klampen, als aan een reddingsboei.
Ja ik was pissig op God. En in de dagen na ons gesprek heb ik heb ik dat ook regelmatig naar God toe verwoord. Soms boos, met opgeheven vuist en een schreeuw. Vaker met tranen in mijn ogen en een gebroken stem. Hij is erbij. Soms ervoer ik dat. Meestal beleed ik het. In de wetenschap dat er nog een naam is waarmee Hij zich bekend heeft gemaakt. Jezus! In Hem is God de ultieme Ik ben. Door Jezus’ leven en sterven weten we dat lijden en verdriet God niet koud laten. Hij is niet afzijdig. Toen niet. Nu niet. Nooit niet.
Ben je wel eens boos op God? Of teleurgesteld in Hem? Kun je dat naar Hem uiten of krop je het liever op? Spreek er vandaag eens over met God. Je kunt daarvoor ook woorden van een psalm gebruiken, bijvoorbeeld psalm 6 of 13 of 88.
Podcast: Play in new window | Download
