Welkom bij 40 dagen hier&nu, een podcast van Verre Naasten, Lume, LPB Media en Kerkpunt.
Vandaag is het 27 maart en dag 37 van de Veertigdagentijd. Dion worstelde met de tekst van vandaag, zegt hij. We lezen Jeremia 4:27-29:
27 Want dit zegt de HEER: ‘Heel het land wordt een woestenij, maar vernietigen zal Ik het niet.
28 Hierom zal de aarde rouwen, de hemel boven zal in zwart gedompeld zijn, omdat Ik gesproken heb en dit besloten heb. Ik volhard in mijn besluit, Ik kom er niet op terug.’
29 Voor de kreten van schutters en menners vlucht iedereen weg uit de stad. Ze rennen de bossen in, beklimmen de rotsen. Heel de stad is verlaten, niemand woont er nog.
Duisternis. Diepe, donkere, duisternis. Jeremia neemt ons mee in zijn visioen van wat een vernietigde aarde lijkt. Het hele land is verwoest door de toorn van God. Het hele land wordt een woestenij. De aarde zal rouwen, de hemel boven zal in zwart gedompeld zijn.
Het is een duistere, troosteloze ellende.
Is Pasen niet het feest van hoop? Wat moet je dan met woorden als die van vandaag? Daar heb ik wel mee geworsteld toen ik bezig was met deze podcast. Ik worstelde met Jeremia. Aan de ene kant geeft hij ruimte voor een mooi contrast tussen de duisternis van onze zonde en het licht van Gods vergeving in Jezus Christus. Maar het voelt niet zo goed om elk donker visioen, elke vernietigende profetie, teniet te doen met: Ja, maar Jezus…
Vandaag dus toch dat huiveringverwekkende visioen. ‘Ik zag de aarde, ze was woest en doods, ik keek op naar de hemel, er was geen licht. Alle steden waren verwoest. (Jer. 4:23, 26). Wat wil dit ons zeggen? Ik denk dat ik in mijn worsteling een paar dingen heb ontdekt.
Als we de tekst van vandaag lezen, dan lijkt het een soort omgekeerde echo van Genesis 1: de aarde was woest en ledig. ‘Heel het land wordt een woestenij’, zegt de Heer. Deze tekst herinnert ons aan de God die scheppen kan, een scheppende en herscheppende God. God houdt de regie: Hij belooft het land niet te vernietigen. Er is ruimte voor herschepping, voor een nieuw begin.
Dat begin, het is wel pijnlijk. Ik zie hier ook iets van Jezus’ dood en opstanding in. Ja, met de opstanding van Jezus is er een nieuw begin. Maar er ging verwoesting van zijn lichaam en dood aan vooraf: Gods eigen Zoon stierf aan het kruis. Zijn dood maakte plaats voor iets nieuws. Zie, ik maak alle dingen nieuw.
En dit wil ik dan ook op mezelf betrekken. Misschien kun jij je het ook eigen maken. Voor de herschepping gaat ‘verwoesting’ uit. ‘Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping’, zegt Paulus. Maar voordat we een nieuwe schepping worden, moeten we ons bekeren. Bekering vraagt ons om leeg tegenover God te komen staan. God vraagt ons héle hart, ons hele zijn. Daarom is het goed om ook tegen Hem te zeggen: ‘Heer, breek de muren om mijn hart af, totdat er niets overblijft dan U!’ Dan wordt het land dat een woestenij was, vernieuwd, een nieuwe schepping.
De Klaagliederen sluiten af met een paar mooie verzen. De vijfde klaagzang begint met een klacht van Jeremia gericht tot God. Hij spreekt de ellende van zijn volk uit. Hij bidt om mededogen. Zijn laatste woorden spreken van Gods trouw. Die mogen we, net als Jeremia doet, juist ook in eigen ellende van van zonde en gebrokenheid uitspreken en belijden:
Maar U, HEER, zetelt voor eeuwig
Uw troon staat vast van geslacht op geslacht
Waarom zou u ons voorgoed vergeten, ons voor altijd verlaten?
Breng ons terug bij U HEER.