Tussen hoop en wanhoop

Vandaag is het 14 februari, Aswoensdag. We gaan op pad met Jeremia en dat belooft wat… Maar, vraagt Derk Jan zich af, misschien is zijn gezelschap wel precies wat we nodig hebben in de 40-dagentijd…  De tekst voor vandaag is Jeremia 20, met name de verzen 7-10

Op Aswoensdag zet de priester met as een kruisje op het voorhoofd van veel kerkgangers, om hen aan te sporen tot bezinning, boete en bekering. Zo begint de vastentijd, een tijd van bezinning en inkeer. Veertig dagen voorbereiding om het Paasfeest goed en oprecht te kunnen vieren.

Deze 40 dagen op weg naar Pasen houdt de profeet Jeremia ons gezelschap. Als ik eerlijk ben, denk ik dat hij niet het meest prettige gezelschap is. Met zijn schreeuwen, huilen en klagen. Zijn scherpe waarschuwingen en striemende woorden. Niet voor niets wordt Jeremia vaak profeet van de woede genoemd. Dat belooft wat…

Even over Jeremia. Die leeft in een tijd waarin de mensen ontrouw zijn geworden aan God. Ze dienen andere goden naast Hem. Hun hart is verdeeld. Daardoor is het ook een tijd van moreel verval, maatschappelijk onrecht en corruptie. Tegen deze achtergrond kiest de Heer de profeet Jeremia om zijn volk wakker te schudden! Kom tot inkeer! Maar niemand wil luisteren. Ze vertrouwen op de aanwezigheid van de tempel van de Heer. Wat kan hen nou overkomen?

Profeet zijn is verre van gemakkelijk. Je missie is onaangenaam: niemand zit te wachten op jouw negatieve en veroordelende woorden! Je krijgt te maken met verachting, verwijten, mishandeling, mensen staan je zelfs naar het leven. Een profeet is een eenzaam mens. En dat horen we terug in de tekst van vandaag. In hoofdstuk 20 vers 9 lezen we dat Jeremia het zat is en niet meer wil spreken namens God. Maar elke keer als hij dat denkt dan laait er een vuur op in zijn hart en moet hij spreken.

De woorden van Jeremia doen me denken aan wat de Emmaüsgangers tegen elkaar zeggen nadat ze de opgestane Jezus hebben ontmoet: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak’. Blijkbaar is dat wat het woord van God kan doen. Je hart in vuur en vlam zetten! Een hart dat in vuur en vlam staat voor Hém. Dat is een onverdeeld hart dat Hem liefheeft en vreest boven alles en iedereen! God verlangt bekering van ons hart!

De dingen waar Jeremia geschokt over is, zijn ook vandaag de dag schering en inslag. Voortdurend zijn we getuige van daden van onrecht, hypocrisie, leugens, geweld en ellende. Maar in hoeverre worden we er nog verontwaardigd over en winden we ons er over op? Zo gemakkelijk is ook ons hart verdeeld. De woorden van de profeet willen ook ons geweten wegrukken uit z’n slaaptoestand. Ze zijn als een schreeuw in de nacht, in een wereld die gerust is en slaapt. De vraag is: wie luistert?

In de komende periode van bezinning en inkeer luisteren we naar het Woord van God. Het Woord dat mens werd en onder ons kwam wonen. Het Woord dat ons hart in brand kan zetten. Dus ook al schuren de woorden van Jeremia, ze zijn goed voor ons. Ze zetten aan tot bezinning, boete en bekering. Daarmee geven ze hoop in tijden van wanhoop. Laten we daarom een tijdje met deze Godsman optrekken.

Heer, het is ons verlangen dat U in de komende tijd ons hart in vuur en vlam zet voor U. Dat Uw heilige vuur alle ontrouw, onvolkomenheden, onrecht, hypocrisie en leugen uit ons leven wegbrandt. Zodat ons hart onverdeeld verlangt naar U. Amen